‘De’ en ‘het’ leren kinderen eerder dan ‘een’, terwijl we ‘een’ veel meer gebruiken in de praktijk. Hoe zit dat en geldt dit voor alle kinderen? Daar gaat mijn blog van deze week over.
nadruk wint het van frequentie
Het lidwoord ‘een’ komt in de praktijk vaker voor. Je zou dus verwachten dat kinderen het lidwoord ‘een’ eerder gaan gebruiken dan ‘de’ en ‘het’, maar dat is niet zo. De en het worden eerder gebruikt omdat er meer nadruk ligt op de uitspraak ervan. Als je de volgende twee zinnen met elkaar vergelijkt, wordt dit mogelijk iets duidelijker:
- De man valt op straat.
- Een man valt op straat.
Als je naar de inhoud van de eerste zin kijkt, dan gaat het niet om zomaar een man, maar dè man. Deze ‘man’ is nadrukkelijker aanwezig omdat we op het lidwoord de meer nadruk leggen dan op het lidwoord een. Als we deze twee zinnen in een verhaaltje zouden stoppen en dit verhaaltje door diverse ouders aan hun kinderen zouden laten voorlezen, dan kan je kunnen meten dat de lidwoorden de en het met klemtoon worden uitgesproken. Dit in tegenstelling tot het lidwoord een.
vroegste taalontwikkeling
Al in de buik van de moeder horen kinderen taal. Hierbij verstaan ze nog niet echt woorden, maar luisteren ze vooral naar het ritme en de melodie van de taal van moeder. Hierbij speelt klemtoon een belangrijke rol voor het herkennen van het specifieke klankpatronen van de moedertaal. Dit is voor iedere taal uniek. Pas geborenen zijn daarom prima in staat om hun moedertaal te onderscheiden van ‘vreemde talen’.
cochleaire implantaten
Kinderen die doof of slechthorend geboren worden, krijgen tegenwoordig als baby vrij snel cochleaire implantaten. Dit is om de klankverwerking zo snel als mogelijk aan de gang te krijgen en de geluidsgebieden in de hersenen niet af te laten sterven. Hoewel deze implantaten steeds beter van kwaliteit zijn, evenaren ze bij lange na niet het gehoor van goedhorenden. Normaal bereikt het signaal van ongeveer 30.000 haarcellen onze hersenen, Een chochleair implantaat moet het doen met maximaal 22 elektroden. Desondanks zijn de resultaten van zo’n implantaat fantastisch. Onze hersenen zijn namelijk in staat om zeer veel informatie uit het beperkte aanbod te halen. De huidige implantaten zijn zelfs zo goed, dat sommige doof geboren kinderen een muziekinstrument kunnen leren bespelen. Een vaardigheid waarbij je toch een vorm van intonatie (en dus klemtoon) moet kunnen waarnemen.
Dat deze intonatie beperkt is, is wel waar te nemen aan de taalontwikkeling van kinderen met een cochleair implantaat. Deze kinderen leren de woorden die ze het meest horen (hoogfrequente woorden) het eerst. Ze zullen dus eerder het lidwoord ‘een’ gaan gebruiken dan de lidwoorden ‘de’ en ‘het’.