Cursus regelspelling
Na spelling op basis van een eenduidige klank-tekenkoppeling (boom, zon) volgt regelspelling. Denk hierbij aan de verlengingsregel (hond-honden) of de klinkerverenkeling (aap-apen) en de klankverandering (huis-huizen). Ik begin bij het aanpakken van fouten in regelspelling met het leren onderscheiden van drie woordsoorten:
· Basis/Grondwoorden
· Samenstellingen
· Afleidingen
Elk van deze drie woordsoorten kent zijn specifieke spellingsregels die ik uitleg. Ik richt me daarbij op die woordsoorten en spellingsregels die voor de leerling de meeste problemen geven zodat het foutpercentage zo snel mogelijk wordt teruggebracht. Om het effect van de lessen te versterken geef ik ook altijd inzicht in hoe voor- en achtervoegsels werken in het Nederlands. Alles bij elkaar is het op deze manier zelfs mogelijk om probleemloos compleet onbekende Nederlandse woorden te kunnen spellen.