Taalproblemen in combinatie Engels en Duits

Bij het spellen in een andere taal houden we onbewust vast aan wat we in het Nederlands gewend zijn. Grote verschillen kunnen we vaak nog wel mee overweg. Het zijn de kleine nuances en 'valse vrienden' waar we over struikelen. In het Engels is de grotere diversiteit aan werkwoordstijlen vaak een probleem. In het Duits is het belang van het woordgeslacht een belangrijke oorzaak van spelfouten. In beide talen zijn (vaste) voorzetsels en uitdrukkingen ook lastig. 

In mijn studie taalwetenschap heb ik onder andere de taalstructuur van het Engels en het Duits geanalyseerd en vergelijkingen met het Nederlands gemaakt. Hierdoor ben ik in staat mijn lessen schematisch en met het Nederlands als basis op te bouwen. Ook heb ik tijdens mijn opleiding kennis gemaakt met diverse lesmethoden voor Nederlanders die deze talen leren en daaruit de goede en slechte aspecten moeten benoemen. Vanzelfsprekend heb ik de goede punten behouden voor mijn lessen.