Te veel van het goede is echt Nederlands

De overeenkomst tussen juweel en fluweel is voor gewone mensen vrij duidelijk: beide zijn kostbaar. Maar taalwetenschappelijk gezien is er meer aan de hand. Het zijn de enige twee woorden (afleidingen daargelaten) die ik kan verzinnen, waar we een glijklank schrijven.

 

Een glijklank is een klank die we tussen twee klinkers toevoegen om de uitspraak van het betreffende woord makkelijker te maken. Maar deze toegevoegde klank mogen we nooit schrijven. Zo zeggen we: duu-wet, vie-jool en rie-tuu-weel, maar schrijven we duet, viool en ritueel. Dus zonder de /w/ of /j/.

 

Behalve dat juwelen en fluwelen kleding prijzig zijn, spenderen we er dus ook extra letters aan. Tijd dus om er een heel blog aan deze twee bijzondere woorden te verspijkeren.

 

oorsprong

Beide woorden zijn ontleend aan het Oudfrans. Waarbij juweel afstamt van jüel en fluweel van veluel. Van veluel werd velueel, wat uiteindelijk fluweel werd. Een van de oudste Nederlandse teksten waar fluweel opduikt, stamt uit 1528. Zijn oorsprong ligt verder weg. Rond 1400 waaide de kunst van het fluweelweven over uit Azië naar Europa. Vooral in Italië vestigden zich veel fluweelwevers en vanaf de 16e eeuw ook bij onze zuiderburen in Brugge.

 

Fluweel dankt zijn zachte, glanzende structuur aan de opstaande pluizige polen. Indien deze lusjes worden doorgesneden, ontstaan haartjes. Dit maakt het fluweel aaibaar, maar verandert ook de technische benaming in velours. Velours en fluweel zijn dus feitelijk dezelfde stoffen; met het verschil dat bij fluweel de lussen in tact blijven en dat ze bij velours worden afgesneden. Het afsnijden van de lussen is overigens een Franse uitvinding. Dit verklaart waarom velours zoveel lijkt op het Oudfranse veluel.

 

 

rijke geschiedenis

Een ander verschil tussen velours en fluweel is het gewicht. Velours is doorgaans zwaarder dan fluweel, waardoor het veelal wordt gebruikt voor gordijnen en het stofferen van meubels. Van fluweel worden kostbare kledingstukken gemaakt. In Amsterdam herinnert een gevelsteen op Het Huis aan de Drie Grachten (Oudezijds Voorburgwal 249) aan het feit dat het een stof voor de elite was. De straat heette toen nog de Fluwelen Burgwal.

 

leuk speeltje

Juweel komt van het Oudfranse woord jüel, dat op zijn beurt is afgeleid van ‘jeu,’ wat ‘spel’ betekent. Een juweel is dus niets anders dan een ‘speeltje’ voor edellieden.

 

fonetische spelling

Rond 1300 dook het woord juweel voor het eerst op in het Nederlands. Aan het eind van de vijftiende eeuw leenden de Duitsers het weer van ons (iuweel). Waarna het woordje zich in heel Europa verspreidde. Juweel heeft dus een Nederlandse spelling gekregen die sterk fonetisch is en dus met een /w/. En aangezien ze in Brugge ook Nederlands spreken, is het met fluweel vergelijkbaar gegaan. Tenminste, dat is mijn aanname. Want na lang speurwerk kon ik helaas geen officieel document kunnen vinden waarin de w-verschijning is gedocumenteerd.

 

PS: Mocht iemand binnenkort in de buurt van de Oudezijds Voorburgwal zijn: ik hou me warm aanbevolen voor een fotootje van de gevelsteen. ;-)