Slimme leuke lieverd

 

Het achtervoegsel -aard is ontstaan uit het bijvoeglijk naamwoord ‘hard’. Hard moet hierbij overigens vertaald worden met ‘sterk’, of ‘veel bezittend van’. Veel namen dragen nog herkenbaar dit eindstukje, zoals: Eberhard, Bernard, Richard, Reindert of Evert. Onder invloed van de Romaanse talen (met name het Frans) verdween de ‘goede’ betekenis van ‘hard’ en werd het achtervoegsel -aard vooral gebruikt om negatieve eigenschappen van een persoon te beschrijven. Zo zijn woorden als dronkaard, gierigaard en lafaard ontstaan. Daarnaast namen we woorden uit het Frans over zoals bastaard.

 

Het achtervoegsel -erd is van jongere datum en heeft een minder negatieve bijklank als -aard. Feitelijk is -erd een verbastering van -aard en mede daarom kent het meer negatieve woorden (zoals: gluiperd, dommerd, lomperd) dan positieve (zoals: lieverd, leukerd of slimmerd). Verder dient er te worden opgemerkt dat menig positief woord, eerder uit spot of medelijden is geboren, zoals: stouterd, stumperd of snoeperd.

 

Het achtervoegsel -ik kent een vergelijkbare geschiedenis als de woorden met -aard en -erd. Zo zien we een positieve betekenis in persoonsnamen (Frederik = beschermer van de vrede), maar een negatieve in de afleidingen, zoals: viezerik, dommerik en stommerik.

 

Ik hoop niet dat na het lezen van bovenstaande menig compliment dubbelzinnig opgevat gaat worden. Want er is natuurlijk niets mis met ‘mijn lieve, leuke slimmerd’.