handvatten of handvaten?
Mijn leraar Nederlands op het VWO had een broertje dood als één van ons het waagde om handvaten te zeggen in plaats van handvatten. En peperde ons vervolgens in, dat handvatten was afgeleid van iets ‘vatten’ oftewel ‘beetpakken’. Als je iemand steun wil bieden en tools in handen wil geven, dan heb je niets aan een ton, pot of kruik.
Handvaten zijn niet recent in gebruik
Ik heb jarenlang geloofd dat handvaten een vrij recente verbastering is. Maar na enig research te hebben gepleegd, blijkt dat het woord handvaten al in 1766 (en mogelijk zelfs eerder) zijn intrede heeft gedaan in het Nederlands. In de Middlburgsche Courant van 28 augustus 1766 wordt namelijk al geschreven over ‘Yzere Handvaten’. Uiteraard zegt een citaat in oude tekst nog niets over de acceptatie van deze vorm.
In 1911 dook het woord handvaten voor het eerst op in het historische Woordenboek der Nederlandsche Taal. Als je de naslagwerken van nu (Spellingwijzer Onze Taal, Het Groene Boekje, Grote van Dale) raadpleegt, dan valt op dat beide meervouden goed worden gerekend. Al gaat de voorkeur uit naar de oudste vorm: handvatten.
Waarom vinden de meeste mensen handvaten tegenwoordig beter klinken?
Dit heeft te maken met de frequentie van samenstellingen die we tegenkomen met ‘vaten’ en ‘vatten’. Feitelijk is handvatten de enige samenstelling met ‘vatten’ er in. Woorden met ‘vaten’ hebben we daarentegen in overvloed: bloedvaten, lymfevaten, kruitvaten, wijnvaten, biervaten, benzinevaten, haarvaten, zoutvaten en ga zo maar door.
Voor de liefhebbers ook nog een kort overzicht van uitdrukkingen met vaten en vatten die je niet willekeurig voor elkaar kan inwisselen.
- De koe bij de horens vatten. (=ergens niet omheen draaien/ met een moeilijke taak beginnen)
- Iets niet kunnen bevatten. (= iets niet snappen)
- Lege vaten klinken het holst. / Holle vaten klinken het hardst. (=wie er het minste verstand van heeft, verkondigt het luidst zijn mening)