Bijna de helft van de leerlingen die ik in behandeling krijg, hebben een probleempje met de ‘een’. Ze lezen dit lidwoord namelijk steevast als het telwoord ‘één’ voor. Als ik hier iets van zeg, dan krijg ik haast altijd als antwoord dat ze dit zo op school geleerd hebben.
Nu weet ik dat er in veel lesmethoden nog maar weinig aandacht is voor de stomme ‘e’, oftewel de sjwa. – Hiermee wordt de klank aangeduid die we maken als de spieren in je mond in rust zijn. Meestal is dit de uh-klank. – Omdat veel docenten niet goed weten hoe ze hiermee om moeten gaan, wordt de instructie over de meest voorkomende klank in onze taal simpelweg achterwege gelaten. Ik ken zelfs GZ-psychologen die voor het gemak beweren dat het niet uitmaakt dat je de stomme klanken ‘letterlijk’ uitspreekt. Ook vinden ze de accentstrepen een onderwerp dat pas ergens eind groep 8 aan bod hoeft te komen, omdat jonge kinderen er nog niet ‘klaar’ voor zijn.
Ik ben het daar als taalwetenschapper uiteraard niet mee eens. Het maakt wel degelijk uit of je het hebt over ‘een probleem’ of ‘één probleem’ hebt. In het eerste geval zit je ergens mee. Bij probleem nummer twee gaat het goed met je, maar is er 1 specifiek ding wat nog niet optimaal is. Kortom het maakt qua betekenis echt wel een verschil of je een lidwoord of een telwoord gebruikt.
En dan het argument dat kinderen nog niet ‘klaar’ zijn voor een uitleg over stomme klanken en accentstrepen. Wat is er op tegen om ze te leren dat een ‘een’ wordt uitgesproken als ‘un’ behalve als er strepen op staan, dan is het een ‘1’. Bij het schrijven moeten ze er gewoon strepen op zetten als ze een getal bedoelen. Met deze instructie doen ze het bij het lezen in ieder geval in meer dan 80% van de gevallen wél goed en bij het schrijven altijd goed.
Als je je gaat verdiepen in de diverse taaladviesdiensten (taalunieversum.org; taalhelden.org; onzetaal.nl), kom je er al snel achter dat er wel degelijk regels zijn opgesteld over het gebruik van ‘een’ en ‘één’:
- Er komen alleen uitspraaktekens op ‘een’ als het een telwoord is en het ten onrechte als lidwoord zou kunnen worden gelezen.
- Bij vaste uitdrukkingen met het telwoord ‘een’ zijn uitspraaktekens overbodig
- Op een telwoord mag je accenten ook gebruiken als ze niet per se nodig zijn.
Samenvattend kun je dus stellen:
- Het telwoord markeren door er strepen op te zetten is altijd goed en voorkomt leesfouten.
- Lees je het lidwoord ‘een’ voor als ‘één’, dan maak je een grammaticale fout. Op z’n laatst zal een leerling dit gaan merken bij het woordbenoemen (= taalkundig ontleden). Hier zijn docenten het er opeens wel over eens dat een telwoord geen lidwoord is, en omgedraaid.
Het wordt dus tijd dat meer ouders hun beklag gaan doen bij docenten en psychologen over het negeren van stomme klanken in ons taalonderwijs. Het maakt het Nederlands namelijk wel tot wat het is: een taal die lekker bekt en karakter heeft. En o ja, laten we dan gelijk met elkaar afspreken dat we op het telwoord ‘een’ altijd strepen zetten. Dat maakt het voor iedereen een stuk makkelijker.