Na wat frustraties en focus op de schrijfwijze van woorden, is het een keer tijd voor een stijlfiguur: de drie-eenheid. Driemaal is scheepsrecht. Bedenk je driemaal voordat je iets doet. En in deze tijd van het jaar is ‘een ei geen ei twee ei een half ei en drieei een paasei’. Wie kent deze uitdrukkingen niet. Maar ook op andere plaatsen komen we de kracht van drie tegen. Zo werden symfonieën vroeger opgedeeld in drie delen. In de Bijbel wordt het getal gezien als een teken van God en duren belangrijke gebeurtenissen vaak drie dagen. In middeleeuwse verhalen werd, als iets drie keer gebeurt, dit als teken van God gezien (één keer is toeval, twee keer is een kwade bedoeling en bij drie keer moet het wel een teken van hogere hand zijn). Bij het schrijven van verhalen moeten we denken aan de kop-romp-staart opzet en Julius Caesar: “Vēnī, vīdī, vīcī” (“ik kwam, zag en overwon”).
Of het nu gaat over cultuur, religie of politiek. De drieslag is doeltreffend en zorgt voor een spannende opbouw en dramatisch effect. Maar waarom? Het blijkt dat de drieslag staat voor volledigheid. Noem je 1 of 2 voorbeelden dan wordt je vaak als een beetje simpel gezien. Noem je er meer dan 3 dan wordt het een echte opsomming en kan je op je publiek langdradig overkomen. Dus wil je snugger uit de hoek komen: geef dan drie voorbeelden, hak je speech in drie delen of geef drie goede argumenten in je betoog. Dat is fijn voor ieders brein en maakt je verhaal extra swingend, strak en sexy.