Dit is de eerste keer dat ik een blog schrijf. Eerlijk gezegd heb ik er geen enkele ervaring mee, ook niet met het lezen ervan. Omdat ik wel vaak een duidelijke mening over iets heb, heb ik al vaker van anderen het advies gekregen om hier iets mee te doen. Dus zie hier het resultaat.
Met mijn blog wil ik taal inzichtelijk maken voor iedereen die er moeite mee heeft. Kortom: leuke wetenschappelijke inzichten eenvoudig weergeven en alledaagse taalproblemen onder de loep te nemen. Zo kan ik me ergeren aan taalpuristen, psychologen zonder kennis van taalstructuren die dyslexiebehandelingen geven en de hokjesgeest van de Nederlandse overheid. Verder raak ik enorm geïnspireerd door kinderen die uitleg vragen over de spelling van bepaalde woorden.
Eigenlijk had ik de bedoeling om met een lichtvoetig onderwerp te beginnen, zoals: “Schrijf je nou werkloos of werkeloos?” Of waarom je ook ir-or-ur moet aanbieden als je de "fopklanken" eer-oor-eur behandelt. Maar dan komt er opeens een Nederlandse hoogleraar die een knuppel in het hoenderhok gooit door te stellen dat dyslexie een voortvloeisel is van de belabberde staat van ons onderwijs. Waarna ik vervolgens van ouders van dyslectische kinderen (al dan niet door mijzelf behandeld) de vraag krijg hoe ik dat zie.
Mijn antwoord daarop is in eerste instantie lekker irritant: ja. De grote hoeveelheid aanmeldingen voor dyslexiezorg komt zeker door een niet-toereikend lesprogramma. Veel methodes op basisscholen zijn namelijk vooral geschikt voor leerlingen met een goed taalgevoel. Zo wordt in de meeste methodes geen aandacht geschonken aan taalstructuren, kennis van woordbouw en het "leren leren". Feitelijk moet je een aangeboren taalinstinct hebben om je het Nederlands goed eigen te kunnen maken met het huidige taalonderwijs. Mis je dit natuurlijke taalgevoel voor regels en structuren, dan heb je grote kans om later bestempeld te worden als dyslect.
Voordat ik echt aan de slag kan, besteed ik In mijn dyslexiebehandelingen doorgaans de eerste 4 à 5 lessen aan het uitleggen en inprenten van termen zoals: klinkers en medeklinkers, stomme klanken, het verschil tussen klankgroepen en lettergrepen, het verschil tussen grammatica en spelling, etc. Basisbegrippen waarvan ik zou verwachten, dat die er in het reguliere onderwijs op een begrijpelijke manier ingestampt zouden zijn. Ik geloof ook oprecht, dat als alle kinderen meer strategisch en logisch naar hun taal leren kijken er ook minder ernstig dyslectische leerlingen zouden zijn en dat het gemiddelde niveau omhoog zou gaan.
Kan je daarmee dyslexie voorkomen? Uiteraard niet, maar je zou zo meer tijd, middelen en energie overhouden om de kinderen met een echt afwijkende hersenstructuur beter te kunnen helpen. Want dat is wat dyslexie is: een andere organisatie van taal in de hersenen. Daarbij komt ook nog eens dat het een verzamelnaam is. “De dyslect” bestaat dus niet. Er zijn verschillende gebieden in de hersenen aan te wijzen die kunnen leiden tot dyslexie. We zouden dus veel meer tijd en energie moeten steken om erachter te komen welke typen er zijn. Om vervolgens een passende behandelmethode te kunnen bieden die aansluit bij de specifieke problemen die iemand ondervindt.
In mijn lespraktijk zie ik kinderen die bijvoorbeeld veel moeite hebben om klanken die ze horen van elkaar te onderscheiden zoals bijvoorbeeld: eel/eeuw, ei-ij/aai, v/f, s/z, ir/eer, or/oor, ur/eur. Weer anderen hebben vooral problemen met het visueel onderscheiden van tekens: b/d/p/q, u/n. Ook zie je veel dyslecten die moeite hebben met de klankstructuur, wat er op neerkomt dat ze moeite hebben met het herkennen van klankgroepen waardoor ze klanken toevoegen of weglaten: geluk > gluk, bladeren > bladren, werk > weruk.
Je moet als behandelaar dergelijke verschillen kunnen onderscheiden en je lesinvulling daarop kunnen aanpassen. Maar daar heeft de Nederlandse overheid gelukkig een stokje voor gestoken door mensen met kennis van taalstructuren te weren uit de vergoede dyslexiezorg ten gunste van psychologen (zoals verslavingsdeskundigen of geriatrisch specialisten) en orthopedagogen, die met geluk een cursus van 10-uur hebben gevolgd met daarin maximaal 30 minuten aandacht voor de Nederlandse taal.
Kan iemand mij dit uitleggen? In correct en fatsoenlijk Nederlands.